lichtopdestad
  • Home
  • Levend water
  • Blauwe Tuinen
  • Verhalen van de stad
  • Stads Blog
  • Steden
  • Contact(en)

Ontsloten terrein

4/2/2013

0 Reacties

 
De poort zit dicht. Met een dikke ketting en twee hangsloten. De kier tussen de twee poorthelften is zo groot dat je er doorheen kunt. Ik aarzel en zie het bord 'verboden toegang'. Maar dat is niet de reden, dat ik me omdraai. Ik wil liever eerst van een veilige afstand voelen en verkennen wat er zich op dit terrein beweegt.

Ik fiets langzaam langs het hek. Over een stille straat achter lange flats. Door het hek heen schemert de ruimte. Enkele dikke bomen en daarachter opschietende berken in het felle licht van de lage lentezon. Ik volg de stille straat, die rechtsaf moet door het talud van de ringbaan. Auto's zoeven boven de kromme bomen die de dode arm van de weg markeren. Ik kijk tegen de zon in en leg mijn hoofd in mijn nek om de omhoog rijzende torens helemaal te kunnen zien. Vanaf hier lijken ze nog hoger en is het alsof het terrein waar ik nu ben bij een andere wereld hoort.

Ik kijk rond en zie een groep dikke oude bomen achter het hek. Ik zet de fiets tegen het gaas om een foto te maken. Daar is een gat gemaakt. Het voetspoor volgend ben ik in een licht berkenbos. Her en der dikke zwarte bottels van de egelantier, met daarboven torenhoog de stad. De bomen worden dunner, het zicht wijder. Uitwaaierende treinsporen in het weidse gebied tot aan de vertrouwde profielen van het centrum in de verte. Roestig en verlaten, vale verte met af en toe aan de rand een voortglijdende trein. Jonge katjes komen voorzichtig tevoorschijn in de langverwachte zon. Elfenbankjes sieren een afgezaagde boomstronk uit een tijd dat iemand daar nog de moeite voor nam hier. Ik ben weer terug bij de dikke bomen die ongeschoren stevig in de aarde staan, door het gat in het hek en weer bij mijn fiets.

Op de terugweg zie ik door de bomen heen een stadspark. Een grote groene long, waar de stad kan ademen. Met middendoor een fietspad tussen station en universiteit. Waar de lange rij papierloodsen langs de treinsporen stonden staan nu glazen kassen in dezelfde vorm om de oude staalconstructie heen. Simpele kassen. Een plek voor ontmoeting en bedrijvigheid. Een imker rommelt met wat volken, dicht tegen de volkstuinen aan bij het talud van de ringbaan. Dichter tegen de stad een kleine bierbrouwerij. En volop ruimte voor sport en ontspanning. Als je 's morgens wat vroeger komt zie je groepen die langzame stille bewegingen maken tussen hemel en aarde. Of later op de dag mensen die oefeningen doen op serene muziek en matjes. In een andere ruimte de sfeer van doorzetting en prestatie op daarvoor bestemde toestellen en muziek.

Een energiecoöperatie heeft het glazen dak gepacht met de half lichtdoorlatende zonnepanelen en de rij kleine stadse windturbines aan de achterkant langs de treinbaan. Achterom rijden af en toe transportwagens om het restaurant te bevoorraden met streekproducten. Bij de Urban Buzz kun je werken, afspraken maken, zaken doen, vergaderen of geholpen worden bij het opzetten van bedrijvigheid, openluchttheater of een sporttoernooi. Het is een fijne plek waar ik graag kom.

Dan loop ik het park in, richting de volkstuinen. Voorbij de kassen wordt het stiller. Her en der een groepje mensen, neergestreken op het gras in de middagzon. Een stukje verder gaat het pad over een kleine beek. Lang, heel lang is het ondergrondse water hier afgevoerd in riolen. Nu is het gezocht en bezongen. Levend water voor een levende stad. Ik sta stil bij de beek en zie kleine vissen tussen de waterplanten schieten. De planten buigen en dansen met de zachte stroom mee. Het water schittert terwijl ik voorover buig en mijn vingers laat spelen met het spiegelbeeld van mijn glimlach.

Lucy Bathgate, 2e paasdag, april 2013
0 Reacties

Europa in 2030

4/13/2012

0 Reacties

 
Europa in 2030 Dat is over 18 jaar . . . de tijd die een mens nodig heeft om een beetje volwassen te worden. Voor mij is Europa al veel ouder, zoals de mensheid veel ouder is dan één mens. Het jonge Europa is het Europa waarin we voor het eerst sinds lang weer vrij verkeer van mensen en goederen hebben en ook financieel samenwerken. Eén munt en een gezamenlijke begroting. Eén huishouding en gezamenlijke speerpunten voor ontwikkeling van regio’s. Waar budgetten voor gereserveerd zijn waar we allemaal aan bijdragen. Tot zover lijkt het eenvoudig, maar de werkelijkheid is complexer.

We glimlachen nu om de vereenvoudigde droombeelden uit de tijd van het nog kinderlijke Europa in 2012. We konden toen eenvoudigweg niet goed zien wat de vraagstukken per regio waren, door de versnipperde kijk die we er op hadden. Haast niemand had zicht op het geheel. We sloegen toen in onze jeugdig enthousiasme liever de analyse over en kwamen direct met oplossingen aan. Wie hard riep had de meeste kans gehoord te worden: ‘innovatie’, ‘keuzes maken’, ‘speerpunten’, ‘marktwerking’, ‘aanbestedingen tegen de goedkoopste prijs’, ‘sneeuwruimers uit Zweden ruimen de wegen in Finland’, ‘bestraffing van samenwerking’, ‘indekken voor verantwoordelijkheid’, ‘topinkomens voor managers’. . . het Angelsaksisch model.

In 2030 is de complexe werkelijkheid ons vertrekpunt. De analyse daarvan vraagt regelmatig onze aandacht. Bijgestaan door een divers en wisselend team van ervaringsdeskundigen uit verschillende gebieden in Europa. Dit is een van de sterke troeven van Europa. Samen kijkend zien we het geheel. Wat is er eigenlijk aan de hand? Is bijvoorbeeld hoge werkloosheid, armoede, criminaliteit, uitstoting van minderheidsgroepen. Of is er overmatig veel vervuiling, extreem dure grondprijzen en leegstand. En waardoor komt dat? Wat zijn aan de andere kant de potenties van een gebied? Welke kansen zijn nog onderbenut? En wat zijn onze uitgangspunten?

In het stedelijk gebied zijn combinaties van werken en wonen. De huizen en wijken zijn daar op ingericht en er is veel variatie en ruimte voor zinvolle ontmoetingen op loopafstand of nabij openbaar vervoer. De stad is op veel plaatsen en afwisselend groen met ruimte voor ruige natuur en vrije waterlopen. Stadslandbouw verzorgd in samenwerking met de omringende streek een deel van de voedselvoorziening. Het lawaai en stof van productie en transport is het veel stiller en schoner geworden dan vroeger en het is niet meer overal aanwezig. Rondom het wonen is er meer levendigheid en tegelijkertijd meer rust. Ouder worden we in kleinere gevarieerde gemeenschappen. We mogen gewoon oud worden, wijs en gerimpeld en met verhalen. We hoeven niet meer eeuwig jong te zijn en uit schaamte weg te kruipen als dat niet meer lukt. Ontwikkeling heeft onze aandacht en levert de nodige dynamiek en experiment. Maar dan samen, van onderop, de daad bij het woord voegend, betrokken bij de nodige inspanningen, betrokken bij de resultaten. Dichtbij en betrokken, coöperatief . . . het Rijnlands model.

Terugkijkend glimlachen we over de weg die we afgelegd hebben en zien onze kinderen lachen, rennen, vallen, huilen en weer opstaan. We troosten hen door te vertellen hoe het vroeger was en zij lachen om onze gekke verhalen.

Lucy Bathgate, Tilburg 12 april 2012

0 Reacties

Denkend aan Tilburg

11/5/2011

0 Reacties

 
Denkend aan Tilburg

Denkend aan Tilburg zie ik brede wegen en kanalen
Traag door oneindige laagbouw gaan
Een dorp dat zich een weg vecht naar de stedelijke status
Dat bouwt in golven hoog optorenend beton
Alsof het voor geleidelijkheid te laat is
Denkend aan Tilburg voel ik het zoeken van de sta
Wie is zij in haar toekomstig leven
Wordt zij wat iedereen van haar verwacht
Of volgt zij andere aan het oog onttrokken wetten
Onbereikbaar voor de politieke macht
Denkend aan Tilburg zie ik de ambtelijke burelen
Die zich elke maandag langzaam maar gestaag
Opvullen met de dienaren van het publieke streven
Onmerkbaar, haast onuitroeibaar ook
Komt de overheid toch steeds opnieuw tot leven
Denkend aan Tilburg voel ik de twijfel
Van de ambtenaar aan het recht van zijn bestaan
Is er nog plaats voor dienen van het algemeen
Is iedere burger per definitie ongekroonde koning
Iedere ambtenaar een blok aan 't been
Denkend aan Tilburg hoor ik de echo van de hanen
Hun kelen schor van doelloos kraaien
Gelaten zoeken kippen naar een graantje bruikbaar voer
En leggen zij, Goddank, nog steeds hun ei
Het gekraai boeit hen allang geen malle moer

(Door Rinke Brinksma, bij zijn afscheid als hoofd van de afdeling ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Tilburg, alweer lang geleden.)
0 Reacties

Kringen in de tijd

4/10/2011

0 Reacties

 
Foto
Het kleine plein baadt in zonlicht. De lucht is fris en blauw, ik voel de zonnestralen mijn huid beschijnen. Mijn hand laat ik zacht in het heldere water glijden, terwijl ik naar de glinstering van het zonlicht op het water kijk. Zacht murmelt het water in de fontein, terwijl het zich van het midden uit een weg baant over de ringen van blauw mozaïek. Ik zit op de rand van de fontein.

Ondertussen zijn er meer mensen het plein opgelopen. Een man strijkt neer bij een tafeltje, neemt de ochtendkrant en bestelt koffie. Een duif waggelt hoopvol zijn richting op en inderdaad de man deelt zijn koekje met de duif.

Deze week wordt ik 73 en voor komende zondag heb ik een paar vrienden en mijn familie uitgenodigd bij mij thuis. Als het net zulk weer is als vandaag kunnen we in de tuin zitten. Mijn oudste dochter komt al vanaf vrijdag middag. Haar twee kinderen komen mee. Direct uit school. Geeft niet, ze hebben voldoende spullen bij mij om zich het weekend te redden. Mijn oudste kleindochter gaat naar de middelbare school in Haarlem, ze doet het goed. Net als haar moeder vind ze het elke dag fijn om naar school te gaan. Ze heeft veel vriendinnen en volgens mij ook een pril vriendje, maar dat zal ik vrijdag wel horen. De jongste van de twee is een jongen. Een levendige jongen met rood haar die net als zijn oma van onderzoeken houdt en van verhalen . . natuurlijk. Mijn schoonzoon heeft dit weekend dienst op het booreiland waar hij werkt. Hij komt wel weer aanwaaien als hij aan wal is. Gelukkig is hij al helemaal gewend aan de familie en voelt hij zich er thuis genoeg om veel met ons te lachen. Natuurlijk ook met mijn moeder, de overgrootmoeder van hun kinderen die nu al heel oud en gerimpeld is, maar nog net zo grillig en ondeugend. We passen om beurten op dat ze niet kwijtraakt, want daar heeft ze wel een handje van. Haar vriend, de kluizenaar, is nu bijna 100 jaar. Hij geniet stil van alles en vind dat het tijd is wat uit te rusten.

Mijn jongste dochter wordt dit jaar 30 en dat vind ze wel erg volwassen. Ze wordt wat onrustig en heeft het idee dat ze moet opschieten, maar geniet nog zo van haar vrije leven. Ze heeft veel van de wereld gezien. Na het lyceum hier in Tilburg is ze naar de kunstacademie in St Petersburg gegaan. In die vier jaren konden we elkaar maar af en toe opzoeken. Ze heeft erg hard gewerkt en maakt prachtige indringende schilderijen vaak in diepe, soms in lichte kleuren. Haar werk raakt mensen, nodigt ze als het ware uit om meer zichzelf te zijn en vandaaruit naar haar werk te kijken. Ze fotografeert ook veel. Na St Petersburg heeft ze ook een half jaar in New York gezeten op uitnodiging van een tijdschrift. Ze heeft prachtige fotoreportages uit die tijd.

Ik kijk op uit mijn mijmeringen als ik de stralende lach van Karin Bruers hoor. Vaak treffen wij elkaar hier op het plein bij ons fontein en vertellen elkaar de dagelijkse dingen. In de loop der tijd hebben we elkaar ook veel levensverhalen verteld. Voor mij zijn haar stralende lachende ogen en prachtig rustpunt waar ik het wel en wee van mijn verhalen in weerspiegeld zie. Wat kan zij goed luisteren! En wat heb ik gelachen en gehuild bij haar verhalen. Over haar eigen leven vertelt ze spaarzaam, meer over wat ze ziet en haar raakt in recht en onrecht. Terwijl onze kleinkinderen hier op het intieme plein speelden, ijsjes aten en bedelden om nog een verhaaltje van vroeger. Ze zijn gewoon door elkaar geraakt . . . de verhalen, maar dat geeft helemaal niets. Het leven is toch van ons samen.

We omhelzen elkaar en Karin gaat ook op de rand van de fontein zitten. ‘Luister . . . wat ik nou heb meegemaakt’. En zo begint het verhaal.

Lucy Bathgate, 9 april 2011


0 Reacties

De droom van de tuinman

3/9/2011

0 Reacties

 
Foto
Ik wordt wakker in een onbekend bed. Terwijl ik het zachte witte dekbed iets van me af schuif, kijk ik rond. De kamer is ruim en licht. De wand tegenover de deur is helemaal lichtdoorlatend. Door die wand komt getemperd ochtendlicht. De materialen van het bed en de wanden stralen een natuurlijke kwaliteit uit.

Dan kijk ik naar mijzelf, zittend op het bed. Ik draag een wit T-shirt als nachthemd. Vreemd, dat draag ik nooit. Ik ben me bewust dat ik droom. Dat ik net wakker ben geworden in een droom. In een voor mij vreemd bed in een vreemde, prettige kamer.

Dan veranderd de lichtdoorlatende wand in een transparant raam, dat uitzicht biedt op een groen stadspark. Grenzend aan deze kamer. Een man nadert. Hij voelt aan als een prins. Iemand die hier thuis hoort. De transparante wand lost op, gehoorzamend aan een gebaar van de man. Deze techniek ken ik niet. Misschien bevind ik me in de toekomst? Ook de stijl en de kwaliteit van de kamer doen me dat vermoeden.

Ondertussen zit ik nog steeds op het bed, ongemakkelijk omdat ik denk dat ik een soort indringer ben, dat ik in iemands kamer wakker ben geworden. De prins stelt me gerust: “je hoort hier te zijn” en komt dichterbij. Hij heeft donker haar, is tamelijk lang en beweegt soepel. Gewend aan het buiten zijn. Hij heeft ook wel wat weg van een tuinman, een natuurmens.

“Kom maar mee”, hij wenkt me mee te gaan en ik loop op blote voeten het park in, terwijl ik naar hem en om me heen kijk. Het is prachtig buiten. Stedelijk en groen tegelijk. Tussen de bouwwerken waar ik niet goed op let, maar die eenzelfde sfeer uitstralen als de kamer waar ik wakker werd. Ik let meer op het groene gras onder mijn blote voeten. Op de zachte glooing van de grond, terwijl we iets naar beneden lopen. Het park is ruim van opzet. We lopen tussen bomen. Ik herken een hazelaar en beuk en meer bomen die hier ook vanzelf kunnen groeien. Dan kijk ik naar de prins/tuinman. Dit park is duidelijk zijn werk. Niet door te planten, maar door te laten groeien wat er is heeft hij dit paradijselijk gebied gecreëerd. Ik begrijp zijn eenzaamheid om dit voor elkaar te krijgen. Niet echt eenzaamheid, maar het vermogen alleen te kunnen gaan. Hij kijkt naar mij en geeft mij met een blik terug, dat ik ook dat vermogen heb. Het vermogen alleen te kunnen gaan.

We lopen verder. De bomen staan hier iets dichter op elkaar. Er zijn ook dieren. Een hangbuikzwijntje heeft het prima naar haar zin. In de verte is een afdak. Daaronder staat een groep mensen dicht op elkaar. We lopen er heen en ik meng me tussen de mensen. Hun aandacht is geheel gericht op de onderlinge discussie die zo te horen al eindeloos lang aan de gang is. Deze groep wetenschappers redetwist over de keuze welke planten ze zullen gaan kiezen. Ze zijn zich hun omgeving niet bewust. Enigszins spijtig ga weer onder het afdak vandaan. Spijtig, omdat ik de roep van de wetenschap ook in mij weet. Ik wend mij af. Buiten wacht de prins/tuinman mij op. Hij vergezelt mij terug door het park en ik voel de volle reikwijdte van deze kwaliteit van stedelijkheid. Ik voel het in al mijn vezels, als een belofte die werkelijk geworden is en waar ik even een glimp van mag opvangen. Dankbaar ga ik alleen verder.

Lucy Bathgate

Tilburg 8 maart 2011


0 Reacties

Opdracht

2/20/2011

0 Reacties

 
Foto
Als eens deze tijd mij een cirkel zal trekken
En leven limietloos zal zijn
Ach wil mij dan enkel nog nektar verstrekken
En eeuwig een brok ambrozijn

En mogen dan allen zich voor mij vertonen
Die stierven van liefdesverdriet
Ik wil hen zo graag met mijn nektar belonen
Zo sterven, dat lukte mij niet.

© 1968 JACE van de Ven

0 Reacties

Dansende voeten

11/3/2009

0 Reacties

 
Foto
De schemering wordt steeds dichter. Op de binnenplaats brand een vuur. Mijn ogen rusten even in de vlammen en dan kijk ik omhoog. De ronde vuurschaal in het midden van een gemetselde cirkel. Daaromheen zwarte aarde. Verderop wat struiken en drie appelbomen. Verrassende plek zo midden in de stad.

Langzaam verzamelen zich mensen op de binnenplaats en de aangrenzende ruimtes. In een van de ruimtes worden beelden geprojecteerd op een witte muur. Beelden van steden. Beijing, Antwerpen, Shanghai, Cambridge, Edinburgh. Eigenlijk vakantiekiekjes, maar dan zonder ons.  Er zijn nu ongeveer 25 mensen die rustig rond het vuur staan of naar de diabeelden kijken. De meeste mensen ken ik wel. Ze zijn op deze koude november avond gekomen omdat ik ze heb uitgenodigd. Vrienden, familie, geliefden en overige geïnteresseerden.

Een man en vrouw komen naar buiten. Het zijn de dansers. Voor hen is dit ook nieuw. Je voelt de weerstand van de jonge danser voor het onbekende. Hij vind dat dit niet kan. De vloer is niet goed. Het is niet vlak, zoals een dansvloer en op dit rulle zand heb je ook geen grip. Nu staat deze krachtige soepele man klaar om te beginnen. Zijn houding onzekerder dan toen ik hem op de dansvloer zag. Toen was hij snel en beweeglijk, zich schijnbaar moeiteloos bewust van de overwinning.

Hij biedt zijn armen aan zijn danspartner. Een tengere vrouw met kort donker haar. Voor de gelegenheid zijn de dansers gekleed in soepele ‘urban’ danskleding. Hij heeft laagjes over elkaar aan. Een soepele broek met gymschoenen er onder. Zij heeft een jurk over een broek. Daarboven een kort wit bontjasje waaronder haar taille zich slank aftekent. Omdat het koud zou worden ben ik vanmiddag met haar naar de tweedehands winkel aan de overkant gelopen en heb dit jasje voor haar gekocht. Het jasje geeft haar voldoende vertrouwen om zich over te geven aan de situatie.

De dansers zijn klaar om te beginnen. Ik voel hun stilgespannen concentratie. Zie hoe hun voeten de oneffen vloer aftasten. Ze wachten op een teken van mij. Ondertussen hebben de overige gasten zich verzameld rond het vuur. Een natuurlijk moment om te beginnen. De wolken schuiven uiteen. De maan komt tevoorschijn. Een grote volle maan. In de verte hoor ik de stemmen van een paar fietsers voorbij komen. Een autoportier slaat dicht. Dichterbij het knapperende vuur en de geur van rook die omhoog stijgt in het licht van de volle maan.

Ik steek mijn hand op, terwijl ik de dansers aankijk. Dan een knikje naar de persoon die klaarstaat om de muziek aan te zetten. Hij loopt door de poort in de schutting en verdwijnt. In de verte beginnen de trage tonen van een tango. Ik nodig iedereen uit om de voeten van de dansers te volgen. Om met die voeten mee de ruimte waar we zijn opnieuw te ervaren. Kom . . . laten we volgen.

De voeten van de dansers zoeken elkaar en tasten dan onzeker de ruimte af. Ze vinden hun weg naar de muziek toe. Door de poort. Wij volgen. Sereen in het heldere maanlicht ervaren we de ruimte daarachter. De maan en twee spotlights werpen enorme schaduwen van de dansers op de oude hoge muren. De parkeerplaats waar we nu beland zijn is omringd door gebouwen. Aan het eind is een grote automatische schuifpoort te zien. Daarachter beweegt de vertrouwde wereld weer. Ik herken dit deel van de stad. Op de parkeerplaats staan auto’s, aan de zijkant veel dorre bladeren en wat zwerfvuil. Onder de felle lantaarnpaal twee winkelwagentjes vol lege kratten en flessen.

De muziek wordt intenser. De voeten van de man – zekerder nu – banen zich een weg over de keien. Soms even aan het gezicht onttrokken, maar steeds aanwezig door de dansende schaduwen. De dansers sluiten af in een stille omhelzing. Ondanks alles eengeworden.

Even vangen we een glimp op van de volle potentie van deze plek. De voeten van de dansers hebben de stenen van deze stille achterplaats vloeibaarder gemaakt. Als het applaus wegsterft, lopen we weer terug naar het vuur waar de dansers begonnen waren. Het maanlicht raakt de rijke essentie van deze plek aan. Legt een blauwdruk bloot. We zien nu niet enkel wat er is, maar ook hoe het kan zijn en wat daarvoor nodig is. De oude schuttingen lossen in zichzelf op. Het vuur verwarmt nu een binnenterrein wat drie initiatieven verbind. Initiatieven die jarenlang afgezonderd van elkaar een zieltogend bestaan leiden of nog wachten om te mogen beginnen.  

Aan de linkerkant is een ingang ontstaan naar een oud schoolgebouw, twintig jaar geleden in gebruik genomen door kunstenaars. Sindsdien is er door de eigenaar geen aandacht meer besteed aan het onderhoud van het gebouw. Jaar op jaar vertrouwend dat het toch niet lang zou duren voordat de kunstenaars de moed zouden opgeven.

Aan de rechterkant zijn een tweetal atelierwoningen zichtbaar. De tekeningen hiervoor hebben jarenlang in meerdere lades gelegen. Waarom? Waar is het wachten op? Is het omdat ieder initiatief afzonderlijk niet voldoende kracht heeft om het bestaansrecht ten volle op te eisen?

Vanavond in het licht van de volle maan, zijn wij getuigen van dit magische moment, waarin we even de ware aard en potentie van deze vergeten plek midden in de stad zien. De onooglijke parkeerplaats transformeert tot een semi openbare beeldentuin, de drie initiatieven verbindend.

En de volle maan glimlacht om dit voorbeeld van samenwerking en transformatie in haar ondermaanse. En omdat zij overal komt op aarde, zal ze dit verder vertellen.


0 Reacties

Waar ontstaat de stad?

11/2/2009

0 Reacties

 
Foto
Waar ontstaat de stad?

 
In Haarlem zag ik in de St. Bavo kathedraal aan de rand van het plafond een oude boodschap geschreven. In middeleeuwse letters werd een oproep gedaan om de volgende kathedraal te bouwen.  Door de kathedralenbouwers van weleer aan de kathedralenbouwers van de toekomst…ik voelde me aangesproken, voelde me als het ware geroepen om de volgende kathedraal te bouwen…maar welke ‘kathedralen’ hebben we nu nodig? Waar kunnen we elkaar als mens ontmoeten en boven onszelf uitstijgen?

Hoe kunnen we de blauwdrukken ontdekken voor een vitale stad. De stad van nu, het fysieke product ontstegen. De transformerende stad, die ontstaat door interactie tussen fysieke, sociaal-culturele en economische krachten.

Vanuit mijn werk als adviseur voor startende ondernemers ondersteun ik mensen om dat steeds opnieuw - ieder in hun eigen context - te ontdekken. De laatste jaren heb ik door veel steden gelopen en heb gekeken naar de meer en minder vitale plekken. Hoe ontstaan deze? Waar zitten de verschillen in?

Graag wil ik mijn periode als tweede maanscout aan de stad wijden en samen met jullie de potentie van de stad blootleggen.

Lucy Bathgate  

Maanscout November 2009




0 Reacties

    Archives

    Februari 2014
    April 2013
    Juni 2012
    April 2012
    November 2011
    Mei 2011
    April 2011
    Maart 2011
    Februari 2011
    December 2010
    Januari 2010
    November 2009
    Januari 2007

    Categories

    Alles
    Cees Van Raak
    De Gedroomde Stad
    Diana Cotteleer
    Dwaalgebied
    Europa
    Fontein
    Frits Van Vugt
    Groene Stad
    Hergebruik Gebouwen
    Herman Coenen
    Identiteit
    Integrale Stad
    Jace Van De Ven
    Leegstand
    Lucy Bathgate
    Marcel Nijenhuis
    Marcen Nijenhuis
    Mensen
    Migratie En Integratie
    Muziek
    Natuur
    Poëzie
    Rinke Brinksma
    Spoorzone
    Tilburg
    Toekomst
    Vers Eten

    RSS-feed

Proudly powered by Weebly