Met een zak oud brood lopen we in de herfstzon naar het Wilhelminapark. Ons eerste avondwandelingetje na onze verhuizing naar Tilburg. Bij de vijver hangt een groot bord ”Botulisme, verboden te voeren, gevaar voor mens en dier.” Hè . . ? Jammer . . de eenden kijken ons al smachtend aan . . wat nu . . ?
Als we weglopen komt er een bestelauto aan. Een grote man in overal loopt resoluut naar de vijver. Links een grote zak witbrood en rechts een even grote zak met graan. Hij weet duidelijk wat hij komt doen en alle eenden, vogels en meeuwen (!) komen naar hem toe alsof ze hem herkennen.
“Bent u van de gemeente?” vraagt Monique. “Nee hoor ik ben-van-mezzeluf”zegt hij. En het bordje dan? “Niets van aantrekken, hangt er al een jaar, zomer en winter en er klopt niets van.“ Er ontvouwd zich een gesprek met deze ‘vrijwilliger’. Blijkt dat hij al 13 jaar op 7 plekken in de stad meerdere keren per week na zijn werk de vogels voert. Waarom? “Ja, gewoon omdat ik vind dat ik dat moet doen voor deze beestjes, hè . .!” Thuis heeft hij inmiddels al een paar hokken achter het huis waar zieke en gewonde dieren even op adem kunnen komen. Een dierenarts in zijn buurt biedt gratis consult aan. “Je komt maar langs als er wat is.” Geheel op eigen houtje heeft deze man een soort vogel opvang ambulance opgezet. Het brood en graan krijgt hij van de supermarkt en kan hij zo ophalen. “Tsja . . de diesel, die betaald hij (nog) zelf.”
Hij gooit het brood met een ferm gebaar de vijver in en strooit behoedzaam het graan uit, zodat iedereen wat heeft . . . grote handen . . . grote gebaren. Tot er een klein jong eendje pal tussen zijn voeten gaat zitten. In de vaart staat hij even stil en zegt: “Zo, grote vriend . . jij ook weer hier . . krijg je ook wat van me.” En hij lijkt dit ene eendje te herkennen tussen die 50 andere vogels . .
Een man die doet wat hij vind dat hij moet doen.
Een man naar mijn hart.
Marcel Nijenhuis, 2012