
Pierre Maréchal (email pmarechal@online.nl).
Toch is het mogelijk , om tot op zekere hoogten en van wijk tot wijk verschillend, immigratie van de van nature voorkomende planten en dieren in stedelijk gebied te realiseren.
De in het buitengebied aanwezige landschappen en de ecologische hoofdstructuur tussen deze landschappen, kan ook potenties uitsluiten vandaar dat het programma tussen steden en dorpen in Belgisch Limburg hoogst interessant is. Iedere gemeente daar heeft op zich genomen een bepaalde soort (plant, dier) speciaal te gaan beschermen. Daarvoor is uiteraard meer nodig dan alleen het behoud van die soort maar geheel de ecoruimte. Op deze manier wordt een palet van actieve biodiversiteit concreet en in beleid omgezet.
- Het beleid dient multi-disciplinair te zijn en via diverse ingangen te verlopen:
- Naast opgelegd beleid van hogere instanties, de hand in eigen boezem steken.
- Realiseer je dat het stedelijk gebied zoals wij kennen een nieuwe landschapsvorm is.
- Afspraken maken met woningbouwstichtingen. B.v. bomen en struiken laten staanals onderdeel van het huurcontract. (Anders bouwt de een iets op en de ander af). Het verdwijnen van heggen langs de stadstuinen is dramatisch. Bevorder het behoud en stimuleer de herintroductie. (Van de liguster b.v. kan met een gedeelte, in overleg met de buren, door laten groeien tot een hoge bloemrijke struik die veel insecten, vogels en vleermuizen aantrekt.)
- Bij renovaties (zeker bij omvangrijke) zorg er voor dat nestelmogelijkheden van vogels, vleermuizen en insecten impliciet in de plannen worden meegenomen. Dat op (vooral) platte daken e.d. oorspronkelijk voorkomende vetplantjes worden geplant (dit ook in verband met het tot stand brengen van groene verbindingen).
- Woningbouwverenigen en particuliere bouwers eventueel een subsidie geven voor: Het bekleden van muren met groen op plaatsen waar verbindingen moeilijk zijn te realiseren (b.v. wingerd, winterjasmijn, klimop, hop, bosrank, vuurdoorn of mengelingen hiervan) / Groene dakterrassen. / Sedumdaken (Muurpeper, huislook, vetkruid ed.)
- De plantsoenen/groenonderhoud. Wat een boer niet kent dat lust hij niet. De plantsoenen worden beheert op en boeren- en tuindersmanier. Alles moet weg wat niet de bedoeling is. Daarmee wordt entree in de stad van planten dieren tegengewerkt. Leer deze mensen de planten kennen die echt overlast kunnen bezorgen en alleen die (of voornamelijk die) uit de plantsoenen e.d. weg te halen. Maak een kaart van afbeeldingen van de diverse groeistadia van zeer ongewenste planten en kruiden.
- Plant alleen nog van oorsprong hier voorkomende, dus inheemse, bomen en struiken aan. Er zijn hiervan vaak ook zonodig voor het oog interessante mutaties.
- Maak een lijst van inheemse bloemdragende planten die bij bloemisten e.d. eveneens te koop zijn. Beding bij deze centra dat mensen bij aanschaf van planten (ook bomen en struiken) uit de lijst korting krijgen als zij de gemeentepas laten zien.
- Reik de bewoners van de stad een kaart of iets dergelijks uit waarop rozetten en groeiwijzen staan van planten die ongewenst zijn (veel zaadpluis b.v), zodat zij die tijdig van hun stoep of uit hun tuin kunnen verwijderen zodat zij verspreiding daarvan mee kunnen tegengaan.
- Bomen, laanbomen ed. Niet overal staan de bomen in de straten er florissant bij. Dit is niet alleen een kwestie van onderhoud maar ook van tekorten b.v. voeding, water. In sommige steden b.v. heeft men rond de bomen een put gemaakt en vol grind/kiezel gestort. Hierdoor is het regenwater langer beschikbaar voor de straatbomen. Plant ook eens verschillende soorten bomen door elkaar in straat of laan. Meer variatie is meer mogelijkheden voor andere organismen. (Liever geen platanen want die kunnen heel goed tegen verontreiniging en geven zodoende een vals beeld van de milieukwaliteit. Bovendien kunnen maar weinig dieren iets met deze bomensoort).
- Ook vanwege de vogeltrek is het belangrijk om naast bomen, bosjes te creëren met bessen- en notendragende stuiken. Ook de rozenbottel kan hier een rol in spelen.
- De binnenstad en het spoor zijn grote problemen bij het scheppen van groene structuren. Hier is het belangrijk om er creatief mee om te gaan. Daar waar geen bomen aangeplant kunnen worden, kan men denken aan de daken, muren en wanden (zoals eerder is aangegeven).
- Het is belangrijk dat kraaiachtigen in de binnenstad kunnen leven omdat zij een adequate functie hebben bij het beperken van de stadsduiven. Stadsduiven dragen vaak ziekten bij zich. Door predatie vindt er een selectie plaats in aantal en de gezondheid onder de duiven.
- Groene verbindingslijnen dienen plaats te vinden, bijvoorbeeld langs het spoor. Maar ook in andere windrichtingen. Het zal niet altijd lukken om de verbindingen concreet aan elkaar te hebben. In die gevallen dienen z.g stepping stones te worden ingericht. (Eilandjes die gezamenlijk ook een brug vormen van de ene zijde van de structuur naar de andere). Het hoeven niet altijd min of rechtlijnige constructies te zijn, lussen e. d. zijn ook heel goed. Bedenk ook dat planten, zoals de adelaarsvaren gemakkelijk een paar honderd jaar oud kunnen worden en vaak ‘weg worden geschoffeld’ om sierstruiken aan te planten.
- Kijk waar het mogelijk is de bermen in te zaaien met bloemrijke kruidenmengsels.
- Aan de randen van de stad naar het buitengebied toe, denk daar aan poelen en sloten,tunnels onder wegen door.
- Vermijdt waar mogelijk vervalsing van de flora. Niet omdat de uitheemse soort erg is, maar de inheemse soortenrijkdom kan er door verdwijnen. Dit mede door het eenzijdig beheer van de openbare ruimte, slootkanten en bermen.
- Misschien aardig om daar waar een beek onder de grond loopt in plaats van aan de oppervlakte gewoon eens te denken aan beplanting met boom- en struiksoort die normaal aan de oever zouden staan. Op die manier is de loop van de beek voor het publiek ook interessant.
- Kijk, in juridische zin, of aan de door de gemeente ingerichte structuren een vorm van wettelijke of bestuurlijke basis of verplichtingen te geven is. Bijvoorbeeld boetes bij vernieling e.d., moet een boom worden geveld naar gelang de leeftijd elders verplicht een x-aantal planten enz.