Grote steden liggen ook altijd aan het water. Londen aan de Thames, Parijs aan de Seine, Rome aan de Middellandse Zee. Vroeger was water de beste manier om voedsel en andere producten vanuit het ommeland naar de stad te transporteren. Die vervoersfunctie is later deels vervangen door spoor, vrachtverkeer en luchttransport. Daarmee veranderde ook de relatie tussen steden en hun rivieren en kanalen. De waterkant verandert van een puur functionele kade voor laden en lossen in aantrekkelijke promenades en terrassen waar men kan wandelen en genieten van het uitzicht. Deze achterkant van de stad verandert in een voorkant, een transformatie die in veel steden nog steeds gaande is.
Maar niet alleen het ‘grote’ water is belangrijk voor de beleving van de stad. Ook kleinere waterelementen hebben een grote aantrekkingskracht in de openbare ruimte. Water kan allerlei vormen aannemen, van een waterval tot een spuitende fontein, van een watergootje tot een spiegelvijver, van een cascade tot een nevelfontein. De meest succesvolle waterelementen in de openbare ruimte zijn toegankelijk en interactief. Je kunt het water aanraken, er doorheen lopen of zelfs pootjebaden. Een groot succes zijn daarom ook de bedriegertjes, kleine spuitfonteintjes die onvoorspelbaar aan en uitgaan, waar kinderen (maar ook volwassenen) zich vaak urenlang mee kunnen vermaken.

http://en.wikipedia.org/wiki/Freiburg_Bächle
Dorith van Gestel, Tilburg 21 oktober 2013